Om te bepalen of een afwijking in de borst goedaardig of kwaadaardig is, kan er een borstpunctie nodig zijn om cellen of weefsel (biopsie) nader te onderzoeken. Er zijn 2 methodes te onderscheiden: met behulp van echografie of röntgenstraling.
Punctie met behulp van echografie
De afwijking wordt met behulp van echografie in beeld gebracht, waarna er met een naald cellen of wat weefsel afgenomen wordt. Dit weefsel wordt in het laboratorium door de patholoog onderzocht.
Punctie met behulp van röntgenstraling
Als de afwijking in de borst niet met echo te zien is, wordt er gekozen voor een punctie met behulp van röntgenstraling: een stereotactische punctie. Hiervoor moet een aparte afspraak gemaakt worden. Dit wordt op zo kort mogelijke termijn gepland. U moet er rekening mee houden dat dit onderzoek ongeveer 45 minuten duurt.
Hoe verloopt het onderzoek
Het onderzoek vindt liggend op de buik plaats, waarbij de borst in een uitsparing van de onderzoektafel komt te hangen. De borst wordt onder de tafel tussen twee plaatjes samengedrukt. Om de afwijking nauwkeurig te bepalen worden er röntgenfoto’s gemaakt. De radioloog bepaalt de exacte plaats met behulp van een computer. De borst wordt plaatselijk verdoofd en met een speciale naald wordt wat weefsel afgenomen. Dit weefsel wordt in het laboratorium door de patholoog onderzocht.
Om de punctieplaats terug te kunnen vinden wordt er meestal een ‘marker’ in de borst achtergelaten.
Na een punctie ontstaat vaak een bloeduitstorting op de aanprikplaats. Deze verdwijnt na verloop van tijd. Thuis kunt u de borst koelen om de bloeduitstorting te laten afnemen. Lees hierover meer in de folder 'Nazorg borstpunctie'.