Borstsparende operatie bij borstkanker (lumpectomie)

Chirurgie

Download / print

Jouw chirurg heeft met jou besproken dat je in aanmerking komt voor een borstbesparende behandeling bij borstkanker. Deze behandeling bestaat altijd uit twee delen:

1.Het operatief verwijderen van de tumor uit de borst. De borst zelf blijft behouden.

2.Het bestralen van de geopereerde borst (radiotherapie). De bestraling vindt plaats in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven.

Je leest hier nu meer over.

De borstbesparende behandeling

Voorwaarden
Je komt in aanmerking voor een borstsparende behandeling indien:

  • de tumor niet te groot is ten opzichte van de grootte van de borst;
  • er één tumor in de borst aanwezig is of wanneer er twee tumoren in de borst dichtbij elkaar liggen;
  • er op de borst na de operatie bestraling kan plaatsvinden.

Lymfeklieroperaties
Tegelijkertijd met de verwijdering van de tumor uit de borst kan je ook geopereerd worden aan de lymfeklieren in de oksel. Hierbij zijn er twee verschillende operaties mogelijk:

  • Schildwachtklieroperatie: hierbij wordt één lymfeklier (soms meer dan één) uit de oksel verwijderd. In het kopje “Schildwachtklieronderzoek en -verwijdering” lees je hier meer over.
  • Okselklierverwijdering (okselkliertoilet of -dissectie): hierbij worden alle lymfeklieren uit de oksel weggenomen. Hierover lees je meer onder het kopje “Okselklierverwijdering (-dissectie) bij borstkanker” .

Markering van de tumor door jodiumzaadje
Als de tumor niet voelbaar is, krijg je voor de operatie een röntgenonderzoek/echografie waarbij een jodiumzaadje wordt geplaatst. Hiermee wordt de juiste plaats van de tumor bepaald. Zo nodig krijg je mogelijk informatie over mammalokalisatie mee.

Ziekenhuisopname
Je moet rekenen op de volgende opnameduur:

  • borstsparende operatie: dagopname
  • borstsparende operatie + schildwachtklieronderzoek: dagopname
  • borstsparende operatie + okselklierverwijdering: 2 dagen en 1 nacht

Onder het kopje “Informatie bij opname” lees je meer over jouw opname.

Meenemen bij opname
Na jouw borstsparende operatie moet je een sport BH dragen (zie ook ‘Welke leefregels zijn van toepassing’). Neem deze sport BH mee bij jouw opname.

Wat gebeurt er tijdens de operatie

Infuus
Tijdens de operatie krijg je vocht via een infuus in jouw arm toegediend. Een drain is meestal niet aanwezig.

Ingreep
Bij een borstsparende operatie verwijdert de chirurg het gezwel (tumor) met een rand gezond weefsel eromheen. De grootte van het litteken is afhankelijk van de grootte en ligging van het gezwel; gemiddeld is dit 4-5 cm.
De huid wordt onderhuids gehecht met een oplosbare hechting, die dus niet meer verwijderd hoeft te worden. Over de wond wordt een doorzichtige steriele pleister geplakt, die bij de uitslag, 1 week later, verwijderd wordt.     
In het operatiegebied (de plaats waar de tumor heeft gezeten) worden kleine stalen clips achtergelaten als markering voor de radioloog en radiotherapeut.
Lichamelijk gezien is een borstsparende operatie geen grote ingreep.

Algehele verdoving
Een borstsparende operatie vindt plaats onder algehele verdoving.

Duur van de operatie
De ingreep duurt ongeveer 1 à 1,5 uur, afhankelijk van de behandeling die bij jou plaats vindt.

 

Wat gebeurt er na de operatie

Infuus
Het infuus wordt verwijderd als je op de afdeling bent en je gedronken en gegeten hebt en niet (meer) misselijk bent.

Sport BH
Als je 1 uur terug bent op de afdeling word je geholpen met het aantrekken van de door jouzelf meegebrachte sportbeha. Deze moet je 2 weken dag en nacht dragen. Daarna nog 4 weken alleen overdag.

Wondvocht
Na de operatie kan in het operatiegebied een ophoping ontstaan van wondvocht (seroom). Dit is niet verontrustend, maar kan wel vervelend zijn. In sommige gevallen is het nodig dat dit vocht wordt weggezogen. Dit is meestal pijnloos, omdat het wondgebied nog gevoelloos is. Dit kan nog tot enkele weken na de operatie nodig zijn en gebeurt tijdens de controles op de polikliniek door de chirurg of de verpleegkundig specialist.

Ontslag
Bij ontslag krijg je een afspraak mee bij jouw chirurg en de mammacare verpleegkundige, 7 - 10 dagen na de operatie. Tijdens deze afspraak wordt jouw wond gecontroleerd en krijg je de uitslag van het weefsel dat onderzocht is.

De uitslag en informatie over nabehandelingen

Neem iemand mee
Breng zo mogelijk één van jouw naasten mee naar deze afspraak, waarin je de uitslag krijgt. Dit kan je helpen om thuis ook over jouw ziekte en behandeling te praten.

Uitslag
Het verwijderde borstweefsel en de eventueel verwijderde lymfeklieren worden microscopisch onderzocht door een patholoog. Na 7-10 dagen zijn de uitslagen hiervan meestal bekend en worden deze besproken in een multidisciplinair team, dat onder andere bestaat uit de chirurg, internistoncoloog, radiotherapeut, radioloog en patholoog.

Nabehandelingen
In het multidisciplinaire team wordt ook besproken welke aanvullende nabehandelingen voor jou het beste zijn. Een borstsparende operatie wordt altijd gevolgd door bestraling (radiotherapie). Het aantal behandelingen kan variëren. Meer informatie hierover krijg je tijdens jouw eerste bezoek bij de radiotherapeut in het Catharina Ziekenhuis.

Hiernaast kunnen nog andere aanvullende behandelingen worden geadviseerd, zoals:

  • hormonale therapie;
  • Chemotherapie;
  • Immunotherapie;
  • Re-OK.

Jouw behandelend chirurg en mammacare verpleegkundige bespreken dit, indien nodig, met jou tijdens de uitslag.

Als aanvullende behandelingen nodig zijn, dan word je doorverwezen naar een oncoloog in het Anna Ziekenhuis.

Gevolgen van de ingreep

Verandering van jouw borst
Bij een borstsparende behandeling blijft jouw borst behouden. Echter door de intensieve behandelingen van de operatie en bestraling (radiotherapie) kan jouw borst veranderen. Jouw borst kan:

  • iets kleiner worden;
  • een andere kleur krijgen;
  • vocht (oedeem) gaan bevatten;
  • gevoeliger zijn;
  • een drogere huid krijgen.

De meeste veranderingen zijn het eerste half jaar na de behandeling al sterk afgenomen/verbeterd. Vragen kan je altijd met jouw chirurg, mammacare verpleegkundige of verpleegkundig specialist bespreken.

Huid- en oedeemtherapie
De mammacare verpleegkundige op de polikliniek zal je, indien nodig, doorverwijzen naar een gespecialiseerde huid-, oedeem- en lymfetherapeut. Dit kan in het Anna Ziekenhuis, maar je kan ook naar een therapeut in jouw eigen omgeving.

Mogelijke complicaties

Nabloeding
Bij elke ingreep bestaat de kans op een complicatie. Zo zijn er ook bij borstoperaties de normale risico’s en complicaties. Een nabloeding kan optreden na een borstoperatie. Deze ontstaat meestal enige uren na de operatie. Je bent dan vaak nog opgenomen. Soms is een tweede operatie noodzakelijk.

Infectie
Verder bestaat de kans op een infectie. Dit uit zich in roodheid rondom het operatiegebied, temperatuursverhoging en zwelling. Meestal is een antibioticakuur dan noodzakelijk.

Welke leefregels zijn van toepassing

  • Je draagt 2 weken dag en nacht een sportbeha; daarna nog 4 weken overdag.
  • De 1e dag na de operatie mag je douchen met doucheschuim/shampoo.
  • Na een schildwachtklieronderzoek of okselklierverwijdering kan je na 2 weken deodorant gebruiken. De wond aan de geopereerde oksel moet dan wel gesloten zijn.
  • Na 2 weken kan je jouw oksel ontharen na schildwachtklieronderzoek of okselklierverwijdering. Ook hiervoor geldt dat de wond dan gesloten moet zijn.
  • Bij pijn tot 4 x daags 2 tabletten paracetamol 500 mgr. innemen.
  • Als de folie verwijderd is verzorg je de wond met een losse gaas in de beha.

Bewegen en belasten

  • De eerste 2 weken rustiger aan doen: je doet geen zwaar lichamelijk en huishoudelijk werk, zoals tillen (maximaal 1 kilo).
  • Tot aan de controleafspraak fiets je niet.
  • Na 6 weken mag je weer sporten beoefenen als hardlopen, tennissen en aerobics.

Wanneer moet je contact opnemen?

Je moet contact opnemen bij:

  • temperatuurstijging boven 38,5° C die langer dan 24 uur duurt;
  • toenemende roodheid of zwelling van het operatiegebied en/of oksel.
  • toenemende vochtophoping, mogelijk met pijn en bewegingsbeperking;
  • lekkage vocht/bloed uit de wond en toenemende pijnklachten.

Tijdens kantooruren kan je contact opnemen met de polikliniek chirurgie, telefoon: 040 - 286 48 72. Vraag dan naar de mammacare verpleegkundige, de verpleegkundig specialist of de chirurg.

Buiten kantooruren kan je contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp (SEH), telefoon: 040 - 286 48 34.

Heb je nog vragen?

Deze informatie is niet bedoeld als vervanging van mondelinge informatie, maar als een aanvulling hierop. Zodat je alles nog eens rustig na kunt lezen.

Heb je vragen? Dan kun je bellen naar de polikliniek chirurgie, van maandag tot en met vrijdag tussen 08:30 en 12:15 uur. Telefoonnummer 040 - 286 4872.

Tijdens het telefonisch spreekuur kan je contact opnemen met de mammacare verpleegkundige. Voor tijden en telefoonnummer zie kopje “Mammacare verpleegkundige”. Bij geen gehoor kan je bellen met de polikliniek chirurgie