Borstverwijdering bij borstkanker (ablatio mamma)

Chirurgie

Download / print

Jouw chirurg heeft met jou besproken, dat je in aanmerking komt voor een gehele verwijdering van de borst. In deze informatie lees je hier meer over.

Wanneer wordt de gehele borst verwijderd?

Voorwaarden
Je komt in aanmerking voor een gehele verwijdering van de borst indien:

  • de tumor te groot is ten opzichte van de grootte van de borst om borstsparend te opereren;
  • zich meerdere tumoren verspreid in de borst bevinden;
  • vooraf al duidelijk is, dat bestraling (radiotherapie) bij jou niet mogelijk is;
  • borstkanker Gen-draagster: BRCA 1 en 2 Gen bent.

Lymfeklieroperaties
Tegelijkertijd met de verwijdering van de borst, kan je ook geopereerd worden aan de lymfeklieren in de oksel. Hierbij zijn twee verschillende operaties mogelijk.

  • Schildwachtklieroperatie: hierbij wordt in principe één lymfeklier (soms meer dan één) uit de oksel verwijderd. Onder het kopje ‘Schildwachtklieronderzoek en –verwijdering’ tref je hier meer informatie over aan.
  • Okselklierverwijdering (okselkliertoilet of -dissectie); hierbij worden alle lymfeklieren uit de oksel weggenomen. Hierover vind je onder het kopje ‘Okselklierverwijdering bij borstkanker’ meer informatie.

Directe reconstructie
Soms is het mogelijk om tijdens een borstverwijdering een directe reconstructie van de borst te laten verrichten. Dit gebeurt in dezelfde operatie, in samenwerking met de plastisch chirurg. Als je hiervoor in aanmerking komt, heeft de chirurg op de polikliniek dit met jou besproken.
Voor vragen hierover kan je altijd bij de chirurg terecht. Hierover vind je onder het kopje ‘borstreconstructie bij borstkanker’ meer informatie.

Ziekenhuisopname
Je moet rekenen op de volgende opnameduur:

  • Verwijdering van de borst : 2 dagen en 1 nacht.
  • Verwijdering van de borst + schildwachtklier: 2 dagen en 1 nacht.
  • Verwijdering van de borst + okselklieren: 2 dagen en 1 nacht.

Onder het kopje ‘Informatie bij opname’ lees je hier meer over.

Wat gebeurt er tijdens de operatie?

Infuus en drains
Tijdens de operatie krijg je vocht via een infuus in jouw arm toegediend. Ook worden er één of twee dunne drains ingebracht. Een drain is een slangetje dat in het wondgebied is ingebracht, om overtollig wondvocht (bloed en lymfe) weg te laten vloeien in een vacuüm opvangsysteem.

Ingreep
Bij een borstverwijdering wordt jouw gehele borst met tepel verwijderd. De onderliggende borstspier blijft gespaard. Het litteken ligt horizontaal tussen het borstbeen en de oksel. Afhankelijk van de borstgrootte en eventueel een lymfeklierenoperatie in de oksel, kan de lengte van het litteken variëren.

Algehele verdoving
De operatie vindt plaats onder algehele verdoving.

Duur van de operatie
De operatie duurt ongeveer 2 à 3 uur. Dit is afhankelijk van de behandeling die bij jou plaats vindt.

Wat gebeurt er na de operatie?

Infuus
Het infuus wordt verwijderd als je op de afdeling bent en je gedronken hebt en niet (meer) misselijk bent. Bij een gelijktijdige okselklierverwijdering kan het zijn dat er ’s ochtends na de operatie bloed bij je wordt geprikt, om te kijken of je niet teveel bloed bent verloren. Als de uitslag goed is, kan het infuus verwijderd worden.

Drain
De chirurg bepaalt wanneer de drain(s) verwijderd mogen worden.

  • Dit kan al tijdens jouw opname gebeuren.
  • Het is eveneens mogelijk een afspraak te maken met de mammacare verpleegkundige op de polikliniek, om de drain later te verwijderen. Op de afdeling krijg je hierover instructies. Tevens krijg je de informatie ‘Naar huis met een okseldrain’ mee.

Wondvocht
Na het verwijderen van de drain kan een ophoping ontstaan van wondvocht (seroom) in het operatiegebied. Dit is niet verontrustend, maar kan wel vervelend zijn. Dit vocht kan worden weggezogen. Dit is meestal pijnloos, omdat het wondgebied nog gevoelloos is. Dit kan nog tot enkele weken na het verwijderen van de drain nodig zijn en gebeurt tijdens de controles op de polikliniek door de chirurg of de verpleegkundig specialist.

Ontslag
Bij ontslag krijg je een afspraak mee bij jouw chirurg en de mammacare verpleegkundige, 7 - 10 dagen na de operatie. Tijdens deze afspraak wordt jouw borst/wond gecontroleerd en krijg je de uitslag van het weefsel dat onderzocht is door de patholoog.

De uitslag en informatie over nabehandelingen

Neem iemand mee
Breng zo mogelijk een van jouw naasten mee naar de afspraak, waarin je duidelijkheid krijgt over de uitslag. Dit kan jou helpen om thuis ook over jouw ziekte en behandeling te praten.

De uitslag
Het verwijderde borstweefsel en eventueel verwijderde lymfeklieren worden microscopisch onderzocht door een patholoog. Na 7 - 10 dagen zijn de uitslagen hiervan meestal bekend en worden deze besproken in een multidisciplinair team, dat onder andere bestaat uit de chirurg, internist-oncoloog, radiotherapeut, radioloog en patholoog.

Nabehandelingen
In het multidisciplinaire team wordt ook besproken welke aanvullende nabehandelingen voor jou het beste zouden zijn. Het kan gaan om de volgende behandelingen:

  • radiotherapie
  • hormonale therapie
  • chemo therapie
  • immunotherapie

Jouw behandelend chirurg en mammacare verpleegkundige bespreken dit, indien nodig, met jou tijdens de uitslag.

Gevolgen van de ingreep

Gevoelloze huid
Door het verwijderen van de borst en jouw tepel wordt op de plaats van het litteken jouw huid geheel of gedeeltelijk gevoelloos. Dit gevoel herstelt zich meestal heel langzaam.

Wondvocht
Na de operatie kan in het begin wondvocht (ook seroomvocht genoemd) ontstaan in het wondgebied. Jouw chirurg of verpleegkundig specialist zal dit na de operatie wekelijks controleren en indien nodig het wondvocht verwijderen. Dit gebeurt op de polikliniek. Omdat de huid na de operatie nog gevoelloos is, voel je hier weinig van. Om dit te wondvocht zoveel mogelijk te voorkomen krijg je voor de operatie een drukhemd aangemeten.

Huid- en oedeemtherapie
De mammacare verpleegkundige op de polikliniek zal jou, indien nodig, verwijzen naar een gespecialiseerde huid-, oedeem- en lymfetherapeut. Dit kan in het Anna Ziekenhuis, maar je kunt ook naar een therapeut in jouw eigen omgeving.

Mogelijke complicaties

Nabloeding
Een nabloeding kan optreden na een borstoperatie. Deze ontstaat meestal binnen 24 uur na de operatie. Je bent dan nog opgenomen. Soms is een tweede operatie noodzakelijk.

Infectie
Verder is er kans op een infectie. Dit uit zich in roodheid rondom het operatiegebied, temperatuursverhoging en zwelling. Meestal is een antibioticakuur dan noodzakelijk.

Welke leefregels zijn van toepassing?

Drain
Als je naar huis gaat met een drain, mag je jouw arm maximaal tot schouderhoogte optillen (90°). Oefeningen hiervoor kan je vinden in de informatie Naar huis met een (oksel)drain. Zolang je deze drain hebt, mag je niet autorijden.

Bewegen en belasten

  • Het onbelast bewegen van jouw arm is erg belangrijk voor het behoud van jouw schouderfunctie. Jouw arm mag je de eerste 2 weken echter niet zwaar belasten: maximaal 1 kg. Zie ook de informatie ‘Oefeningen na een borstoperatie’.
  • Na 2 weken kan je fietsen.
  • Na 6 weken mag je sporten, zoals: hardlopen, tennis en aerobics.

Andere richtlijnen

  • Je mag de 1e dag na de operatie als je thuis bent douchen met doucheschuim/shampoo.
  • Na 3 weken mag je in bad en/of zwemmen.
  • Na 2 weken mag je deodorant gebruiken als de wond gesloten is.
  • Jouw oksel 2 weken niet ontharen.
  • Bij pijn kan je tot 4 x daags 2 tabletten paracetamol 500 mg. innemen.
  • Na 6 weken mag je onder de zonnebank, als je geen radiotherapie krijgt. De operatiewond moet je onder de zonnebank nog gedurende  12 weken afdekken.
  • Als de folie verwijderd is kan je de wond met een droog gaasje afdekken, wanneer je dat prettig vindt.

 

Wanneer moet je contact opnemen?

Je moet contact opnemen bij:

  • temperatuurstijging boven 38,5° C die langer dan 24 uur duurt;
  • toenemende roodheid of zwelling van het operatiegebied en/of oksel.
  • toenemende vochtophoping, mogelijk met pijn en bewegingsbeperking;
  • lekkage vocht/bloed uit de wond en toenemende pijnklachten.

Van maandag tot en met vrijdag tussen 08:30 en 12:15 uur kun je contact opnemen met de polikliniek chirurgie, telefoon: 040 - 286 48 72. Vraag dan naar de mammacare verpleegkundige, de verpleegkundig specialist of de chirurg.

Buiten deze tijden kun je contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp (SEH), telefoon: 040 - 286 48 34.

Heb je nog vragen?

Deze informatie is niet bedoeld als vervanging van mondelinge informatie, maar als een aanvulling hierop. Zodat je alles nog eens rustig na kunt lezen.

Heb je vragen? Dan kun je bellen naar de polikliniek chirurgie, van maandag tot en met vrijdag tussen 08:30 en 12:15 uur. Telefoonnummer 040 - 286 4872.

Mammacare verpleegkundige
Tijdens het telefonisch spreekuur kun je contact opnemen met de mammacare verpleegkundige. Voor tijden en telefoonnummer zie informatie 'Mammacare verpleegkundige'.