Fistel bij de anus (peri)anale fistel

Chirurgie

Download / print

In deze folder bespreken we wat een anale fistel is, hoe deze ontstaan én hoe deze behandeld kunnen worden. Het is goed om te weten dat de situatie voor jou anders kan zijn dan hier beschreven is. Als dat zo is informeert de arts je hierover.

Wat is een anale fistel

Wanneer één van de anale klieren ontstoken raakt, kan er een abces ontstaan. Zo’n abces is een zakje gevuld met pus dat een weg naar buiten zoekt. Zo ontstaat een gangetje naar buiten, dat ook na genezing van het abces kan blijven bestaan. Het loopt meestal vanuit het anale kanaal naar de huid rondom de anus. We noemen dit een (peri)anale fistel.

Omdat de fistel een open verbinding tussen de anus en de huid is, kan er langs deze weg vocht en pus lekken. Het vervelende van fistels is dat ze nooit vanzelf sluiten en een chirurgische behandeling nodig is.

Wat is de oorzaak

Waarom deze aandoening bij de ene persoon wel en bij de ander niet voorkomt, is niet bekend. Wel lijkt het zo te zijn dat als er eenmaal een fistel of abces ontstaan is, de kans groot is dat het terugkeert, ook in een ander deel van de anale regio.
Een aandoening waarbij zich ook regelmatig fistels ontstaan, niet alleen in de anale regio, maar in het hele darmstelsel, is de ziekte van Crohn.

Klachten

Een fistel hoeft niet per se klachten te geven. Het abces wat meestal voorafgaat aan de fistel geeft vaak hevige pijn, soms met koorts en ziek zijn. De fistel geeft vaak wat vocht, pus, bloed en soms wat ontlasting af.
Dit veroorzaakt irritatie van de huid en geeft hygiënische problemen. Als de fisteluitgang weer dreigt dicht te groeien, kan weer een klein abcesje ontstaan met lokale gevoeligheid of wat pijn, tot het pus weer spontaan de weg naar buiten vindt.

Zijn er nog onderzoeken nodig

Meestal zijn de klachten en de bevindingen bij lichamelijk onderzoek van de arts duidelijk genoeg om de diagnose te kunnen stellen. Nader onderzoek is dan ook meestal niet nodig. In sommige gevallen bijvoorbeeld bij vaak terugkerende of atypische fistels kan een MRI gemaakt worden om het verloop van de fistel goed in kaart te brengen.

In zeldzame gevallen kan een anale fistel een uiting zijn van een onderliggende darmziekte. In dat geval zal meestal de MDL-arts nader onderzoek doen en de onderliggende darmziekte met medicijnen proberen te behandelen.

Operatieve behandeling

Een fistel gaat over het algemeen niet vanzelf over en daarom wordt eigenlijk altijd een operatie aangeraden. Deze behandeling vindt plaats in dagbehandeling en je krijgt een korte narcose of eventueel een ruggenprik.

Voor de operatie
Wij vragen je om 2 uur voor de operatie Microlax te gebruiken (verkrijgbaar bij de drogist).

Tijdens de operatie
Bij de operatie wordt eerst het verloop van de fistelgang in beeld gebracht.

  • Bij een oppervlakkige fistel, die niet of minimaal door de kringspier loopt, wordt de fistelgang helemaal opengelegd. Het fistelgangetje wordt goed schoongemaakt door al het ontstekingsweefsel dat de genezing tegenhield, helemaal weg te halen. De wond wordt opengelaten om het risico op infectie te verkleinen en te voorkomen dat er opnieuw een fistel ontstaat.
  • Wanneer de fistel teveel door de kringspier loopt, kan de fistel niet zomaar worden opengelegd. De kringspier wordt hierdoor beschadigd en dat kan in de toekomst continentieproblemen (het kunnen ophouden van windjes, vocht of ontlasting) geven. In dat geval wordt er meestal voor gekozen om een Seton (niet-oplosbare hechting) te plaatsen door het fistel. Deze draad zal voor langere tijd (soms maanden) blijven zitten. Het houdt de fistel open, zodat er geen vuil en vocht in het gangetje achterblijft en geen nieuwe abcessen ontstaan. Ook zal door de draad littekenweefsel in de fistel ontstaan waardoor deze steviger wordt zodat in een latere fase een andere ingreep kan worden uitgevoerd om de fistel op te heffen.

Na de operatie

  • Omdat de wonden worden opengelaten zal er enige tijd ongemak bestaan en net na de operatie zeker ook pijnklachten. Na behandeling zal het wondgebied bij de anus bedekt zijn met een gaasje of absorberend verband. Thuis kunt u het beste een maandverbandje in de onderbroek gebruiken.
  • Het wondgebied moet regelmatig worden schoongespoeld, met name na de stoelgang, maar ook tussendoor. Twee à drie keer per dag is meestal voldoende. Met de douche kan je het gebied gemakkelijk schoonspoelen.
  • Het is belangrijk dat je vezelrijke voeding eet en voldoende drinkt.
  • Bij pijn is het innemen van een eenvoudige pijnstiller (Paracetamol) meestal voldoende.
  • Als de wond erg pijnlijk is en gezwollen, kan een zalf worden voorgeschreven die een ontstekingsremmende en een pijnstillende stof bevat (proctosedylzalf).

Mogelijke complicaties

Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij deze operatie de normale risico's op complicaties van een operatie, zoals trombose, nabloeding en pijnklachten.

De ingrepen vinden plaats in een bloedvatrijk gebied (de anus) en bovendien wordt de wond opengelaten. Daarom kan na de behandeling wat bloedverlies optreden. De kans op wondinfectie is nauwelijks aanwezig, omdat de wonden geheel worden opengelaten.

Bij deze ingrepen wordt geopereerd in de nabijheid - of aan een deel van de sluit-spier - van de anus. Mogelijk kan dit invloed hebben op de continentie. Onder continentie van de anus verstaan we het vermogen om lucht (windje), vocht (slijm, diarree) en ontlasting onder controle te houden.

In het begin kan er zeker sprake zijn van enig verlies van controle van de sluitspier met name op windjes, maar mogelijk ook op vocht, mede doordat de wonden open zijn. Dit betekent dat wanneer men een windje of wat vocht voelt aankomen, men de sluitspier bewust moet aanspannen, terwijl dat voorheen moeiteloos en bijna onbewust ging. Men moet dus de continentie wat meer bewust gaan beheersen. Meestal is dit van tijdelijke aard. Helaas kan echter in een klein aantal gevallen het verlies van deze controle blijvend zijn. Vooral het verlies van wat vocht (verlies van anaal slijm met of zonder ontlastingsvezels, soiling genoemd) kan hinderlijk zijn.

Heb je vragen?

Deze informatie is niet bedoeld als vervanging van mondelinge informatie, maar als een aanvulling hierop. Zodat je alles nog eens rustig na kunt lezen.

Heb je vragen? Dan kun je bellen naar de polikliniek chirurgie, van maandag tot en met vrijdag tussen 08:30 en 12:15 uur. Telefoonnummer 040 - 286 4872.

Je kunt ons ook via e-mail bereiken:
poli.chirurgie@st-anna.nl
afdeling.chirurgie@st-anna.nl

Met medische vragen kun je terecht bij je behandelend specialist.