Tandheelkundige implantaten voor houvast van een gebitsprothese

Kaakchirurgie

Download / print

Inleiding

Wij informeren jou over tandheelkundige implantaten ten behoeve van een klikgebit en krijg je instructies over de behandeling.

Wat is een implantaat

Een implantaat is een kunstwortel die van het metaal titanium is gemaakt. Het is een soort schroef, die in het kaakbot wordt vastgezet.

Het implantaat is na 2 tot 3 maanden in het bot vastgegroeid. Hierna kan het implantaat dienen als steun voor jouw gebitsprothese (zie figuur 1). Deze techniek kan voor de onder– en bovenkaak worden toegepast.

Het gedeelte dat op het implantaat en door het tandvlees heen steekt wordt suprastructuur genoemd (zie figuur 1) en wordt door de tandarts of tandtechnicus vervaardigd.

Voor het slagen van de behandeling is het een absolute voorwaarde dat je goed gemotiveerd bent. Het is van belang het implantaat en de

suprastructuur goed te onderhouden.

Een goede mondhygiëne is daarom zeer belangrijk voor het succes.

Als je rookt, is het aan te raden hiermee te stoppen. Roken kan leiden tot ontsteking van het tandvlees en ondersteunend kaakbot. We weten dat roken een heel belangrijke risicofactor is voor het verlies van het implantaat.

Figuur 1

Wanneer heb je implantaten nodig

Na verlies van tanden en kiezen gaat vaak ook kaakbot verloren. Hierdoor kunnen problemen met de houvast van jouw gebitsprothese ontstaan. Wanneer jouw gebitsprothese onvoldoende houvast heeft, kunnen implantaten uitkomst bieden.

Verwijzing naar de kaakchirurg

Meestal word je door jouw tandarts of protheticus naar de kaakchirurg verwezen. Zij zien dat er implantaten nodig zijn. Samen met de kaakchirurg wordt een behandelplan opgesteld en een machtiging aangevraagd bij jouw ziektekostenverzekering. Je kunt ook op eigen initiatief een afspraak voor een eerste consult bij de kaakchirurg maken. Je hebt voor een (eerste) consult geen verwijsbrief nodig.

Vóór de behandeling

Je krijgt een recept voor verschillende medicijnen die je bij de apotheek kunt ophalen. Je hoeft de medicijnen niet mee te nemen naar het ziekenhuis.

  • Desinfecterende mondspoeling
    De dag na de behandeling spoel je hiermee jouw mond 2 maal per dag en je gaat door met spoelen gedurende 5 dagen.
  • Antibioticum
    Op indicatie zal de arts antibiotica voorschrijven.
  • Pijnstillers
    Na de behandeling kun je zo nodig starten met de pijnstillers.
  • Rustgevende medicijnen
    De kaakchirurg kan je medicijnen geven om tijdens de behandeling wat rustiger te zijn. Als je deze medicijnen krijgt, kun je op de verpakking lezen wanneer je deze in moet nemen. Je kunt dan geen auto besturen. Neem daarom een begeleider mee.

Tijdens de behandeling

De ingreep wordt onder plaatselijke verdoving uitgevoerd.
Tijdens de behandeling wordt jouw gezicht afgedekt met steriele doeken, maar jouw neus en mond zijn geheel vrij. Als de verdoving is ingewerkt, wordt het tandvlees losgemaakt en weggeschoven. Vervolgens worden gaatjes in het bot geboord. Het implantaat wordt daarna in het bot geschroefd. Het tandvlees wordt tenslotte met hechtingen gesloten.

Het soort implantaat

De kaakchirurg vertelt jou wat voor soort implantaat er bij jou is geplaatst. Dit kan een één-fase of een twee-fase implantaat zijn.

Eén-fase implantaat
Dit implantaat steekt voor een klein deel door het tandvlees heen. Eén dag na de implantatie maak je het implantaat en het tandvlees met een zachte  tandenborstel goed schoon.

Twee-fase implantaat
Een twee-fase implantaat is niet in de mond zichtbaar. Het tandvlees is over het ingebrachte implantaat heen gehecht. Je gebruikt de mondspoel- vloeistof om het tandvlees goed schoon te maken. Na enkele maanden krijg je een tweede veel kleinere ingreep. Het tandvlees boven het implantaat wordt opnieuw geopend, waarna de schroefjes worden gewisseld. Het implantaat wordt dan voorzien van een langere opbouw en steekt nu wel door het tandvlees heen. Wel dien je weer de mondspoelvloeistof te gebruiken. Je kunt, totdat de tandarts of tandtechnicus klaar is enige hinder ondervinden van het metalen gedeelte dat door het tandvlees heen steekt.

Na de behandeling

Gedurende de eerste uren na de behandeling ontstaat er een zwelling bij de wond. Deze zwelling kun je gedeeltelijk tegengaan door direct na de ingreep het huidgebied rond de wond met ijsblokjes te koelen. Dit kun je doen door een dunne doek op de huid te leggen met hierop een plastic zakje met ijsklontjes. Een dunne doek tussen de huid en het ijs voorkomt bevriezing van de huid. Dit doe je 15 minuten per half uur gedurende 2 à 3 uur.
Je kunt de zon het beste vermijden om extra zwelling te voorkomen.

Als er voor een één-fase implantaat gekozen is steekt het afdekdopje voor een klein deel door het tandvlees heen. Eén dag na de implantatie start je met het poetsen van de afdekdopjes met een zachte tandenborstel, 2x daags. Daar mag je tandpasta bij gebruiken.

De dag na de behandeling begin je 2x per dag de mond te spoelen met de mondspoeling gedurende 5 dagen.

Belasting

Tijdens de periode dat het implantaat in het bot ingroeit mag het implantaat niet worden belast. Doorgaans wordt na de plaatsing van de implantaten de prothese aangepast, zodat je deze prothese weer kunt gaan dragen. Je wordt verzocht echter de aangepaste prothese zoveel als mogelijk uit te laten en zeker bij het slapen uit te doen.

Gedurende de 3 maanden dat de implantaten in het bot vastgroeien (2 maanden voor de onderkaak en 3 maanden voor de bovenkaak) kun je gewoon de prothese dragen, maar je mag er niet stevig mee eten.

Je mag de eerste 2 weken alleen dranken en vloeibare of zachte voeding gebruiken, zoals bijvoorbeeld pasta, rijst, zachte groente, zachte vis, pap en brood zonder korst. 's Nachts moeten alle protheses uitgenomen worden, om te voorkomen dat je in jouw slaap op het implantaat bijt.

Als eerst botopbouw nodig is

Voor het plaatsen van implantaten in het kaakbot is er voldoende volume bot nodig. Door ontsteking of langdurige tandeloosheid kan veel bot verloren gaan. Soms is daarom een extra ingreep nodig om het uiteindelijk plaatsen van de implantaten mogelijk te maken. Dit noemt men een botopbouw.

Daartoe wordt het tandvlees ter plaatse van het toekomstige implantaat ingesneden en aan de kant geschoven. Het bestaande bot wordt bedekt met lichaamseigen bot. Hiertoe kan bot worden weggenomen uit het achterste deel van de onderkaak of schedeldak. De keuze hiervoor wordt door de kaakchirurg in overleg met jou gemaakt. Na de botopbouw heb je 3 a 4 dagen ongemak met zwelling en pijn op de plek waar bot wordt weggenomen. De kaakchirurg bespreekt met jou of dit onder plaatselijke verdoving of onder algehele narcose plaats vindt (zie figuur 2). Als meer bot nodig is dan wordt dit uit de bekkenkam weggenomen. Dit gebeurt altijd onder algehele narcose. Je wordt 1 a 2 dagen in het ziekenhuis opgenomen.In beide gevallen genezen de wonden restloos. De eerste dagen na de ingreep heb je enige pijn en de eerste 2 tot 4 weken enige last met lopen.  

Figuur 2

Snuitverbod

Als een botopbouw in de bovenkaak heeft plaats gevonden krijg je voor 3 weken een snuitverbod. Je mag dan niet snuiten maar enkel de neus ophalen. Als je moet niezen doe dit dan met de mond open. De arts zal dit met jou bespreken als dit voor jou van toepassing is.

Lichaamseigen bot of kunstbot

In de meeste gevallen wordt veruit het beste resultaat bereikt met lichaamseigen bot in combinatie met kunstbot. De kaakchirurg kan dit voor jou toelichten.

Nieuwe prothese

Na het vastgroeien van de implantaten (dit duurt gemiddeld 3 maanden) wordt de definitieve nieuwe gebitsprothese gemaakt. Voor het aanmeten van de nieuwe prothese krijg je een aantal afspraken bij jouw eigen tandarts of tandprotheticus/tandtechnicus. Ook de nieuwe prothese mag je 's nachts niet dragen. Tijdens de slaap kan het tandvlees weer tot rust komen.

Nazorg, mondhygiëne en controle na één jaar

Eén dag na het plaatsen van de implantaten moet je beginnen met poetsen. Het is belangrijk de implantaat constructie dagelijks goed schoon te maken. Dit kun je doen met floss, gaasstrips, tuitenragertjes of met een tandenborstel.

Plak en tandsteen op de implantaten en op de kroon of brug kunnen een ontsteking veroorzaken van het mondslijmvlies en het tandvlees rondom de implantaten. Die ontstekingen kunnen weer leiden tot verlies van bot rondom de implantaten en daarmee verlies van het implantaat zelf. Om dit te voorkomen zijn een goede voorlichting en instructie over het reinigen van de implantaten, de mond en de kroon of brug een belangrijk onderdeel van de implantaatbehandeling. Onze mondhygiëniste en preventieassistenten zullen je deze uitleg geven.

In het kader hiervan is het dan ook van belang dat je jaarlijks gedurende 5 jaar na het plaatsen van de implantaten bij ons terug komt voor controle en onderzoek. Onze preventieassistente voert deze controle uit. Er zal om het jaar een röntgenfoto worden gemaakt om de ingroei van het implantaat in het bot te beoordelen.

Deze controles zijn belangrijk zodat bij ongewenste ontwikkelingen tijdig kan worden ingegrepen.

Tijdschema

Eén uur voor de implantatie neem je eventueel de voorgeschreven dosis antibiotica, spoelvloeistof en zo nodig rustgevende medicijnen (zie pag. 3).

  • Dag 1:
    De implantaten worden geplaatst. Ter controle worden direct röntgenfoto's genomen. Na de behandeling kun je zo nodig met de pijnstillers beginnen.
  • Dag 2:
    Je start met de mondspoeling en het poetsen van het afdekdopje en het omringende tandvlees, 3x daags. Gebruik hiervoor tijdens de eerste dagen na de behandeling een zachte hand tandenborstel met eventueel tandpasta. Wees niet bang dat je iets beschadigt. Later mag je elektrisch poetsen.
  • Tot en met week 2:
    Gering belasting van de kaak waarin het implantaat is geplaatst. De aangepaste prothese mag gedragen worden op de behandelde kaak.
  • Week 8:
    Je komt op de polikliniek bij de preventieassistente of mondhygiëniste voor controle. Neem de prothese van de behandelde kaak mee, zodat deze eventueel weer tijdelijk kan worden aangepast. De implantaten in de onderkaak groeien in acht weken tijd vast. Na acht weken kan de tandarts/tandprotheticus/technieker een nieuwe prothese (kliksysteem) vervaardigen
  • Week 12:
    De implantaten in de bovenkaak groeien in twaalf weken tijd vast. Na twaalf weken kan de tandarts/ tandprotheticus/technieker een nieuwe bovenprothese vervaardigen.
  • Na 1 - 5 jaar:
    Jaarlijkse controle en nazorg bij de preventieassistente.

Heb je nog vragen?

Deze folder is niet bedoeld als vervanging van de mondelinge informatie, maar als aanvulling daarop. Zo kun je alles nog eens rustig nalezen. 

Heb je nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek kaakchirurgie, bereikbaar op werkdagen tussen 8.30 en 16.30 uur via telefoonnummer 040 - 286 48 68.