St. Anna Logo

Soms is al tijdens de zwangerschap duidelijk dat jouw kindje niet via de natuurlijke weg geboren kan worden. Dan is een keizersnede nodig. Dit noemen we een geplande keizersnede: je weet van tevoren op welke dag de geboorte plaatsvindt.

Het kan ook zijn dat gaandeweg de bevalling blijkt dat een keizersnede noodzakelijk is. Dit is een ongeplande keizersnede. Een keizersnede is een kunstverlossing waarbij jouw baby operatief ter wereld komt via een snee in de buikwand en baarmoeder. De gynaecoloog adviseert een keizersnede alleen als daar een medische reden voor is. 

Deze video wordt getoond na het accepteren van cookies

Een keizersnede in het Anna Ziekenhuis

In het Anna Ziekenhuis in Geldrop kun je in ons Anna Geboortecentrum terecht voor jouw bevalling. Jij en jouw baby, maar ook jouw partner, krijgen optimale zorg tijdens en na de bevalling. Ons geboortecentrum heeft luxe kraamsuites en een couveuseafdeling. Ook wanneer je gaat bevallen via een keizersnede verblijf je vooraf en na de operatie in een van onze kraamsuites. Jouw partner kan bij je blijven op de operatiekamer en er kunnen foto’s worden gemaakt. Zowel na een geplande als na een ongeplande keizersnede leggen we de baby na de geboorte (als dat kan) direct bij de moeder op de blote huid. Dit vroege huid-op-huidcontact is goed voor de hechting met de baby, voor het welzijn van het kindje en het brengt de borstvoeding op gang. Een verpleegkundige van ons geboortecentrum begeleidt jou en jouw partner gedurende de dag van uw keizersnede: vanaf de start op de kraamsuite, op de operatiekamer, de uitslaapkamer en weer terug naar de kraamsuite. Zij draagt ook zorg voor jouw baby.

Het proces

Preoperatieve screening bij geplande keizersnede

Je komt volgens afspraak naar ons bureau opname voor medisch onderzoek. Er wordt bloed geprikt en je hebt een gesprek met de anesthesioloog en/of de anesthesieverpleegkundige. Er worden vragen gesteld over jouw gezondheid. Dan volgt lichamelijk onderzoek, zoals luisteren naar jouw hart en longen en meten van jouw bloeddruk. Zo nodig vindt aanvullend onderzoek plaats, afhankelijk van uw medische situatie. Daarna bespreek je de verdoving. De keizersnede vindt bijna altijd plaats door middel van een ruggenprik. In uitzonderlijke gevallen ga je onder narcose.

    Niet vergeten

  • Lijstje met vragen maken
  • Verdoving bespreken

De dag voorafgaand aan uw geplande keizersnede

De dag vóór de operatie bel je tussen 16.00 en 17.00 uur naar de afdeling opname om te vragen hoe laat je de dag erna aanwezig moet zijn voor jouw keizersnede. Voor de operatie moet je nuchter zijn. Als je in de ochtend geopereerd wordt, mag je de avond ervoor vanaf 00.00 uur niets meer eten en drinken en niet meer roken. Wanneer jouw keizersnede ’s middags plaatsvindt, mag je op de dag van opname vóór 08.00 uur een beschuitje met jam en een kopje thee nemen.

    Niet vergeten

  • Bureau opname bellen
  • Nuchter zijn
  • Niet roken

De dag van de keizersnede

Volgens afspraak kom je naar ons ziekenhuis. Behalve toiletspullen, nacht- en ondergoed/ochtendjas, sokken en kleding voor jezelf neem je babykleertjes mee en een maxi-cosi. Je meld je bij de balie van het Anna Geboortecentrum. Een verpleegkundige haalt jou en jouw partner op en begeleidt jullie naar de kraamsuite. Je krijgt uitleg over de afdeling en de praktische zaken bij de keizersnede en de geboorte van jouw kindje. Je kunt vragen stellen en uw specifieke wensen kenbaar maken.

    Niet vergeten

  • Nuchter zijn
  • Geldig legitimatiebewijs meenemen
  • Fototoestel en/of videocamera meenemen

Voorbereiding op de operatie

Ter controle van de conditie van jouw kindje maakt de verpleegkundige een cardiotocogram (CTG): registratie van de harttonen van jouw baby met behulp van sensoren (‘doppen’) die op jouw buik bevestigd worden. Wanneer jouw kindje in een afwijkende ligging ligt, maakt de verloskundige of gynaecoloog nog een echo van jouw buik als laatste controle van de ligging. Je trekt een operatiejasje aan. Je krijgt een infuus (een slangetje) in een bloedvat van jouw arm voor de toediening van vocht en medicatie.

Naar de operatieafdeling

Je doet jouw sieraden af en piercings, contactlenzen en eventueel een kunstgebit uit. Ook jouw partner moet eventuele sieraden afdoen. Jouw partner mag een fototoestel meenemen naar de operatiekamer. Filmen is niet toegestaan. De verpleegkundige en uw partner brengen jou met jouw bed naar een speciale ruimte op de operatieafdeling. Hier krijgt jouw partner operatiekleding aan. Daarna word je opgehaald door een anesthesieverpleegkundige die je naar de operatiekamer brengt. Jouw partner komt naar de operatiekamer.

    Niet vergeten

  • Sieraden afdoen
  • Fototoestel meenemen

Toediening van de verdoving

De anesthesioloog dient jouw verdoving toe. Ook krijg je een slangetje in de blaas (blaaskatheter) waarmee de urine afvloeit naar een zak. Bij een spoedsectio vinden deze voorbereidingen vaak in hoog tempo plaats. Als jouw verdoving is ingewerkt, komen jouw partner en de verpleegkundige (van het geboortecentrum) ook naar de operatiekamer. Als je een algehele verdoving hebt, slaap je tijdens de operatie. Bij een ruggenprik is alleen jouw onderlichaam gevoelloos. Je blijft bij bewustzijn en maakt de geboorte van jow baby geheel mee.

De keizersnede en de geboorte van uw baby

Jouw partner krijgt een stoel en kan plaatsnemen bij het hoofdeinde van de operatietafel waar je op ligt. Er hangt een doek ter hoogte van jouw borst zodat jij en jouw partner de uitvoering van de operatie niet kunnen zien. Als je dit wel wilt zien, wordt er een doorzichtig doek geplaatst of gaat het doek naar beneden tijdens de geboorte. De gynaecoloog maakt een dwarse ‘bikinisnede’ in jouw buik, opent de buikholte, haalt via een dwarse snee in de baarmoeder jouw baby naar buiten en overhandigt jouw baby aan de verpleegkundige. Dan controleert de kinderarts op de operatiekamer jouw baby. Jouw partner mag de navelstreng doorknippen en er worden foto's gemaakt.

Verdere verloop van de operatie

Afhankelijk van jouw conditie en die van jouw baby mag de baby meteen op de operatiekamer bij jou bloot op jouw borst (huid-op-huidcontact) liggen. Bij narcose is dat op de operatiekamer bij jou nog niet mogelijk, wel bij jouw partner. Als de conditie van jouw baby en/of het beleid van de kinderarts daarom vraagt, gaat jouw baby samen met jouw partner en de verpleegkundige terug naar de kraamsuite of eventueel naar de couveuseafdeling. Als de placenta geboren is, hecht de gynaecoloog jouw baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand. Daarna ga je naar de uitslaapkamer.

Na de operatie

Je verblijft, met jouw partner en (zo mogelijk) met jouw baby korte tijd op de uitslaapkamer. Ook hier blijft het huid-op-huidcontact van toepassing. Wanneer je borstvoeding gaat geven, helpt de verpleegkundige of kraamverzorgende van het geboortecentrum je desgewenst met de eerste keer aanleggen. Als de verdoving begint uit te werken en de controles goed zijn, brengt de verpleegkundige je samen met jouw partner en jouw baby terug naar de kraamsuite.

Terug op de kraamsuite

Na een ruggenprik heb je de eerste uren nog geen gevoel of weinig controle over jouw benen. Dit komt geleidelijk aan weer terug. Als op de operatiekamer huid-op-huidcontact met jouw baby nog niet mogelijk was of is, is huid-op-huidcontact ook met jouw partner mogelijk op de kraamsuite. Als jouw baby is opgenomen op de couveuseafdeling doen we er alles aan om jou bij jouw baby te laten zijn wanneer jij dat wilt.

    Niet vergeten

  • Huid-op-huidcontact

Borstvoeding

Wanneer je borstvoeding wilt geven, krijg je daar alle hulp en ondersteuning bij. Al snel na de geboorte van jouw baby kun je starten met borstvoeding. De eerste dagen gaat het misschien wat lastiger door het ongemak van jouw wond. Liggend voeden is vaak het plezierigst. Het kan zijn dat jouw baby op de couveuseafdeling ligt en niet aan de borst kan drinken. Dan kun je jouw melk afkolven, waarna jouw baby dan moedermelk op de couveuseafdeling krijgt.

Verblijf in het ziekenhuis

Enkele uren na de operatie begin je voorzichtig met drinken en daarna met eten. Op de operatiedag kom je nog niet uit bed. De dag erna helpt de verpleegkundige je bij het wassen op bed. U mag even opstaan. Op vaste tijden krijg je pijnstilling. Als met jou alles goed gaat, verwijdert de verpleegkundige de dag na jouw keizersnede de blaaskatheter en het infuus. Tijdens jouw verblijf in het ziekenhuis krijg je dagelijks een spuitje om trombose (stolselvorming in de bloedvaten) te voorkomen.

Naar huis

Meestal mag je op de tweede of derde dag na de keizersnede naar huis. Dit is de derde of vierde dag van jouw kraambed. De snelheid van jouw herstel en de gezondheid van jouw baby spelen daarbij een rol. Bij jouw ontslag bespreekt de gynaecoloog en/of verpleegkundige met jou wat je thuis kunt verwachten en wanneer je contact kunt of moet opnemen met het ziekenhuis. Je krijgt leefregels mee en adviezen voor thuis. Je hebt na een keizersnede recht op kraamhulp.

Controleafspraak

Binnen zes weken na de geboorte van jouw baby kom je voor controle bij de gynaecoloog op de polikliniek gynaecologie. De beleving van een keizersnede wisselt per persoon. Je kunt teleurgesteld zijn dat jouw bevalling niet op de natuurlijke weg kon plaatsvinden. Ook voor jouw partner kan de keizersnede een moeilijk te verwerken ingreep zijn geweest, vooral in een spoedsituatie. Als je dat wilt kunt je (ook samen met jouw partner) uw gevoelens, ervaringen en vragen bespreken met de gynaecoloog.

    Niet vergeten

  • Vragenlijstje maken
Stel je vraagWij beantwoorden je vraag binnen 2 werkdagen

Voor medische vragen: neem telefonisch contact op met de polikliniek of maak gebruik van BeterDichtbij als je daarvoor bent aangemeld. Gebruik het afsprakenformulier voor het maken of wijzigen van een afspraak.