De meest voorkomende vormen van plaatselijke of regionale verdoving zijn een ruggenprik, epidurale anesthesie of een zenuwblokkade van een arm of been.
Hoe gaat plaatselijke of regionale verdoving in zijn werk?
Een ruggenprik is een mogelijke vorm van anesthesie als u wordt geopereerd aan uw voeten, knieën, heupen, liezen, blaas of bij een keizersnede. Met een prik in de rug wordt het lichaam van uw navel tot en met uw tenen gevoelloos gemaakt. Epidurale anesthesie wordt toegepast bij buik- of longoperaties. Voor de operatie wordt een dun slangetje (een epiduraalkatheter) in uw rug gebracht. Hierna krijgt u narcose (algehele anesthesie). Na de operatie wordt een pompsysteem op de katheter aangesloten waardoor u continu pijnverminderende medicatie krijgt toegediend. De anesthesioloog is verantwoordelijk voor de zorg voor, tijdens en na de operatie.
Bij een zenuwblokkade van een arm of been wordt een arm of been tijdelijk gevoelloos en krachteloos gemaakt. Met een echoapparaat zoekt de anesthesioloog de plaats op waar de zenuwen lopen. Vervolgens wordt een naald door de huid geprikt en met behulp van het echoapparaat bij de zenuw geplaatst. Als de naald op de juiste plaats zit, plaatst de anesthesioloog het verdovende middel om de zenuw. Bij verdoving van uw arm wordt de zenuwbundel in uw hals/schoudergebied of oksel/bovenarm verdoofd. Bij verdoving van het been of uw voet wordt de zenuwbundel in uw lies of knieholte verdoofd. U merkt dat uw arm of been gaat tintelen en dat u deze niet meer kunt bewegen. Na 8 tot 24 uur is het gevoel in uw arm of been weer helemaal terug.
Plaatselijke of regionale verdoving in het Anna Ziekenhuis
Bij het Anna Ziekenhuis bent u in goede handen. Onze anesthesiologische zorg is door Qualicor Europe geaccrediteerd. Dat betekent dat wij het kwaliteitskeurmerk hebben voor kwaliteit en veiligheid van onze zorg. Als u voor uw operatie vragen heeft over uw anesthesie of operatie kunt u altijd terecht bij het secretariaat anesthesiologie of bureau opname.