Zelfinjectietherapie bij erectiestoornissen

Urologie

Download / print

Erectiestoornissen vormen een veel voorkomend probleem. We spreken van een erectiestoornis als het voor een man niet mogelijk is een erectie te krijgen of er te snel weer verslapping van de penis optreedt.
Er zijn diverse oorzaken mogelijk. Psychische spanningen kunnen een rol spelen, maar ook een te geringe bloedinstroom of te snelle bloed uitstroom uit de zwellichamen van de penis. Ook kan beschadiging van zenuwen naar de penis een erectiestoornis (impotentie) veroorzaken. Uiteraard spelen leeftijd, bepaalde ziekten, roken en een te hoog cholesterol ook een belangrijke rol.

Zelfinjectie-therapie

In overleg met jouw uroloog is bij jou gekozen voor de zelfinjectie in het zwellichaam van de penis (auto-injectietherapie ) als behandeling van jouw erectiestoornis. Hiervoor kunnen verschillende soorten medicijnen worden voorgeschreven:

  • Combinatie Papaverine met Fentolamine (= Androscat®)
  • Prostaglandine (= Caverject®)

Het ingespoten medicijn zorgt voor een verwijding van de bloedvaten en een verslapping van de spieren in het zwellichaam van de penis. Hierdoor stroomt er meer bloed in het zwellichaam waardoor een erectie ontstaat. De injecties kunnen zowel gebruikt worden bij het vaststellen van de oorzaak van de erectiestoornis, als ook bij de behandeling van deze stoornis. De werking treedt vrijwel onmiddellijk in en is na ± 15 minuten maximaal.

Voorbereiding

Voordat je de zelfinjectie gaat toepassen, wordt deze techniek jou aangeleerd door jouw behandelend uroloog op de polikliniek. Hierbij wordt de dosis bepaald waarmee het voor jou mogelijk is een erectie te krijgen. De dosering van het medicijn is afhankelijk van de oorzaak en is jou verteld door jouw arts. Deze dosering staat ook vermeld op het etiket.

Houd je strikt aan deze aanwijzingen en wijzig de dosering niet zonder overleg met jouw behandelend uroloog.

Techniek van de zelfinjectie

Het gereedmaken van de injectie spuit
Op de polikliniek krijg je uitgelegd hoe het spuitje gevuld dient te worden, waarmee het medicijn in het zwellichaam ingespoten wordt. Het medicijn wordt meestal aangeleverd in ampullen met de voorgeschreven hoeveelheid medicijn dat in de injectiespuit opgezogen moet worden.

Het toedienen van de injectie
De penis wordt zo dicht mogelijk bij de buikwand vastgepakt tussen duim en wijsvinger en de naald van de injectiespuit wordt door de huid in het zwellichaam geprikt (zie figuur). Vervolgens wordt in één keer langzaam het medicijn volledig ingespoten. Deze manier van inspuiten wordt voordat je het thuis gaat doen, op de polikliniek aan jou uitgelegd. Indien een injectie niet tot het gewenste resultaat leidt, dien je minimaal 24 uur te wachten, voordat jij jezelf weer een injectie toe mag dienen.

Tips bij zelfinjectie

  • Als je tijdens de injectie pijn voelt, moet je de inspuiting staken.
  • Voorkom het injecteren in zichtbare bloedvaten of in de onderkant van de penis omdat hierdoor bloedingen kunnen optreden.
  • Bij injectie op de verkeerde plaats blijft erectie achterwege.
  • Om de kans op het ontstaan van verhardingen te verminderen, kun je het beste afwisselend links en rechts in de penis te injecteren (zie ook ‘Bijwerkingen’).

Bijwerkingen

Een injectie kan in enkele gevallen leiden tot een erectie die langer duurt dan wenselijk is. Als de erectie langer aanhoudt dan 4 uur, moet je contact opnemen met de polikliniek urologie, telefoon 040 - 286 48 65.

Buiten kantooruren kun je contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp, telefoon 040 - 286 48 34.

De erectie moet dan tegengegaan worden. Dit kan door ijskoude kompressen, eventueel een injectie van een ander medicijn of, wanneer dit niet lukt, leegzuigen van het zwellichaam met een spuit. Dit gebeurt om schade aan (het weefsel) van het zwellichaam te voorkomen.

Ook kunnen de volgende bijwerkingen voorkomen:

  • Bloeduitstorting
  • Een verdoofd gevoel in de penis
  • Roodheid van de injectieplaats
  • Voorbijgaande pijn en zwelling van de voorhuid
  • Een licht branderig gevoel; dit is normaal
  • Soms kan duizeligheid optreden. Dit kan een nadelige invloed hebben op de rijvaardigheid en het bedienen van machines.
  • Bij regelmatig gebruik gedurende een langere periode kan een plaatselijke verharding in de penis optreden. Soms zijn deze verhardingen pijnlijk. Zeer zelden kan door de verharding een kromstand van de penis ontstaan. De verharding verdwijnt doorgaans na het stoppen met de injecties.

Injectietherapie in combinatie met andere (genees)middelen

  • Als je ook andere geneesmiddelen gebruikt, moet je jouw arts hiervan
  • op de hoogte brengen.
  • De ingespoten medicijnen kunnen namelijk de werking van geneesmiddelen die de bloeddruk verlagen versterken.
  • Als je bloedverdunnende middelen gebruikt moet je de injectieplaats 3 minuten dichtdrukken.
  • Roken en het gebruik van alcohol voor de injectie wordt afgeraden, omdat hierdoor de werking van het medicijn verstoord kan worden.

Heb je nog vragen?

Deze informatie is niet bedoeld als vervanging van mondelinge informatie, maar als aanvulling hierop. Hierdoor is het mogelijk alles nog eens rustig na te lezen.

Heb je nog vragen, neem dan tijdens kantoortijden contact op met de:

Polikliniek urologie, telefoon 040 - 286 48 65.

Buiten kantoortijden kun je contact opnemen met de:

Spoedeisende hulp (SPO), telefoon, 040 - 286 48 34.

Met medische vragen kun je terecht bij jouw behandelend specialist.

 

(©) Nederlandse Vereniging voor Urologie