ERCP-onderzoek onderzoek galwegen en alvleesklier

Binnenkort heb je een afspraak voor een ERCP-onderzoek. Hier geven wij meer informatie over dit onderzoek, zodat jij je goed kunt voorbereiden.

Wat is een ERCP onderzoek?

Door middel van dit onderzoek kunnen we eventuele afwijkingen aan de galwegen en/of de alvleesklier opsporen, die jouw klachten of ziekte veroorzaken. Ook kan tijdens dit onderzoek behandeling plaatsvinden, zoals het verwijderen van galstenen uit de grotere galwegen.
De letters ERCP staan voor Endoscopisch Retrograde Cholangio-Pancreaticografie.

Bij een ERCP wordt een flexibele slang van ongeveer een centimeter dikte, de endoscoop, via de mond, de slokdarm en de maag tot in de twaalfvingerige darm gebracht. Hier bevindt zich de uitgang van de galwegen en de alvleesklier. Vervolgens brengt de arts een dun slangetje (katheter) door de scoop in de galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier. Door de katheter wordt een contrastvloeistof ingespoten, zodat röntgenfoto’s van de galwegen en/of afvoergang van de alvleesklier gemaakt kunnen worden.

Voorbereiding thuis

Voor het onderzoek moet je nuchter zijn. Het onderzoek kan alleen goed en veilig worden uitgevoerd als jouw maag leeg is.

  • Is het onderzoek in de ochtend (vóór 13.00 uur), dan mag je vanaf 00.00 uur ’s nachts niets meer eten. Je mag wel tot twee uur voor het onderzoek een slokje water drinken.
  • Is het onderzoek in de middag (ná 13.00 uur), dan mag je ’s ochtends vóór 07.30 uur een licht ontbijt gebruiken en jouw eventuele medicatie innemen met water. Een licht ontbijt is bijvoorbeeld een beschuitje met jam en een kop thee of zwarte koffie. Je mag daarna tot 2 uur vóór het onderzoek enkel een slokje water drinken.
  • 2 uur vóór de gastroscopie mag je niets meer nemen. Ook niet roken en geen kauwgom gebruiken.

Verder:

  • Draag gemakkelijk zittende en zeker geen nauwsluitende kleding.
  • Meld bij jouw behandelend arts of je bloedverdunnende middelen gebruikt en of je overgevoelig bent voor bepaalde medicijnen.
  • Als je (mogelijk) zwanger bent, neem dan vooraf contact op met de behandelend specialist.
  • Als je een gebitsprothese draagt, neem deze vlak voor het onderzoek uit.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?

Voorafgaande aan het onderzoek word je naar de verpleegafdeling gebracht. Hier wordt een infuusnaald in de ader van de rechter arm gebracht. Tijdens het onderzoek kunnen via deze infuusnaald medicijnen worden toegediend. Via de infuusnaald wordt altijd een roesje (midazolam/propofol) en een pijnstiller gegeven. Je merkt daardoor niets van het onderzoek.

Verder wordt er tijdens het onderzoek een klemmetje op jouw vinger gezet om jouw hartslag en zuurstofgehalte van het bloed te bewaken. Tevens wordt de bloeddruk gemeten. Je krijgt een bijtring in de mond ter bescherming van jouw tanden en de endoscoop.

Je ligt op jouw buik op een röntgenonderzoektafel. De arts brengt de endoscoop via de bijtring in jouw keel en vraagt je te slikken. Daarna wordt de endoscoop tot in de twaalfvingerige darm geschoven. Hier bevindt zich de uitgang van de galwegen en de alvleeskliergang.

Via de endoscoop wordt een dun slangetje opgevoerd. De arts probeert dit slangetje in de afvoergang van de galwegen en/of de alvleesklier op te voeren. Daarna wordt een vloeistof (contrastmiddel) ingespoten. De galwegen en de afvoergang van de alvleesklier worden op die manier op het röntgenscherm zichtbaar gemaakt. Hiervan worden foto’s gemaakt.

Soms is de opening naar de galweg of de afvoergang van de alvleesklier te nauw of moet er een ruimere toegang gecreëerd worden om instrumenten in de galwegen te gebruiken. In dat geval kan de arts besluiten de kringspier die de afvoergangen afsluit, door te snijden of op te rekken met een klein ballonnetje. Dit wordt papillotomie genoemd en is niet pijnlijk. Er ontstaat dan een grotere doorgang. Eventuele galstenen kunnen dan makkelijker naar buiten gebracht worden of er kan een buisje in de galwegen worden geplaatst.

Tijdens het onderzoek wordt lucht ingeblazen in de twaalfvingerige darm. De twaalfvingerige darm gaat dan open staan, waardoor de MDL-arts beter zicht heeft. Hierdoor kun je gaan op boeren of winden laten. Juist door het op boeren of laten van winden zul je minder last krijgen van een opgeblazen gevoel.

Duur van het onderzoek
De voorbereiding duurt ongeveer 5 tot 10 minuten. Het onderzoek duurt 30 tot 60 minuten.

Als het veel moeite kost om het slangetje in de galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier op te voeren, wanneer er grote stenen moeten worden verwijderd of een buisje moet worden geplaatst, kan het onderzoek wat langer duren.

Na het onderzoek
Mocht jij je niet goed voelen, meld dat dan aan de arts of de verpleegkundige. Afhankelijk van de gebruikte medicatie tijdens het onderzoek, de bevindingen en ingrepen tijdens de ERCP wordt besloten wanneer je na het onderzoek weer mag gaan drinken en eten.
Verdere nazorg is afhankelijk van de behandeling.

Complicaties

Een ERCP is een vrij veilige onderzoeksmethode. Toch kunnen soms complicaties optreden. Deze komen gelukkig niet vaak voor, maar wij willen jou hierover toch informeren.

  • De alvleesklier kan door het opvoeren van het slangetje of door het inspuiten van het contrastmiddel ontstoken raken. Een dergelijke ontsteking (pancreatitis) herstelt meestal in enkele dagen, maar kan ook een ernstig verloop hebben. Dit komt echter zelden voor.
  • Er kan een infectie van de galwegen of de galblaas optreden, als er contrastvloeistof in de galwegen of de galblaas wordt gespoten terwijl de afvloed is belemmerd en het tijdens het onderzoek niet lukt om de afvloed voldoende te herstellen.
  • Bij het insnijden van de uitgang van de galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier kan soms een bloeding optreden. Meestal stopt de bloeding snel, waardoor geen aanvullende behandeling nodig is. Ook kan er een gaatje ontstaan bij insnijden van de kringspier bij de uitgang van de galwegen/alvleesklier afvoerbuis (perforatie).

Samenvatting

  • Een ERCP is een onderzoek om bepaalde afwijkingen van het galblaas- en alvleeskliersysteem vast te kunnen stellen.
  • Je mag 6 uur van te voren niets meer eten
  • Je mag tot 2 uur voor het onderzoek een slokje water nemen.
  • Bij klachten na het onderzoek moet je de arts of de verpleegkundige waarschuwen.
  • Eventuele bijverschijnselen als misselijkheid verdwijnen meestal snel. Soms kan er een overgevoeligheidsreactie optreden die dan met medicijnen moet worden bestreden.