Bijschildklierscintigrafie

Download / print

Het is belangrijk dat je deze informatie aandachtig doorleest. Hierdoor kun je jezelf goed op het onderzoek voorbereiden. Goede voorbereiding draagt bij aan het uiteindelijke resultaat van het onderzoek.

Wat is een bijschildklierscintigrafie?

Een bijschildklierscintigrafie is een nucleair geneeskundig onderzoek waarbij de bijschildklieren opgespoord kunnen worden, vooral als deze op een afwijkende plaats liggen of wanneer deze te hard werken. Het onderzoek wordt uitgevoerd met een radioactieve stof. Deze radioactieve stof wordt in een bloedvat in de arm gespoten. Via het bloed komt deze stof in de bijschildklieren terecht. Het totale onderzoek duurt tussen de 3 en 4,5 uur (inclusief wachttijd).

Deze informatie beschrijft de gang van zaken bij het onderzoek. Dat wil zeggen dat het onderzoek is beschreven zoals het meestal verloopt. Het kan zijn dat de radioloog een andere methode kiest, die beter aansluit bij jouw situatie. Het is niet mogelijk alle mogelijkheden te vermelden.

Waar vindt het onderzoek plaats?

Het onderzoek vindt plaats op de afdeling radiologie. Deze afdeling bevindt zich in het souterrain, route 22. Voor het onderzoek meld je jezelf bij de balie van de afdeling radiologie.

Wat te doen in geval van ziekte of verhindering?

Als je door ziekte of om andere redenen verhinderd bent, neem dan zo snel mogelijk contact op met de afdeling radiologie. 

Wat is belangrijk te weten voor het onderzoek?

Melden
Als je (mogelijk) zwanger bent, neem dan contact op met de afdeling radiologie.

Borstvoeding mag 24 uur nadat de radioactieve stof is toegediend weer worden gegeven.

Kleding
Metalen voorwerpen kunnen de opnamen storen, daarom is het aan te bevelen geen kleding met ritssluitingen en/of knopen te dragen. Mocht je onverhoopt toch kleding dragen met metaal, dan moet je deze uittrekken voor het onderzoek. Wij raden je aan sieraden thuis te laten.

Voorbereiden
Voor dit onderzoek hoef je niet nuchter te zijn. Je kunt dus gewoon eten en drinken.

Als je de laatste twee maanden een onderzoek hebt ondergaan waarbij een contrastmiddel ingespoten is (bijv. voor een CT-scan of Angiografie) dan vragen wij je om contact op te nemen met de afdeling radiologie om je bijschildklierscintigrafie naar een latere datum te verzetten.

Medicijnen
Het gebruik van bepaalde medicijnen kan invloed hebben op het onderzoek. Het is noodzakelijk dat je, vóór het onderzoek, tijdelijk stopt met deze medicijnen. Neem hiervoor contact op met je behandelend arts.

Onderstaand een overzicht van medicijnen die gestopt moeten worden.

Medicijnen voor de schildklier Hoe lang van te voren
stoppen
Thiamazol (Strumazol) 3 dagen
Carbimazol 3 dagen
Thyroxine (Thyrax, Eltroxin) 3 weken
PTU (Propylthiouracil) 3 dagen
Cynomel/Cytomel 2 weken
Kaliumjodide (Jodiumdruppels) 3 weken
Perchloraat 3 dagen

 

Calciumantagonisten/calcium-blokkers Hoe lang van te voren
stoppen
Amlodipine (Norvasc) 10 dagen
Barnidipine (Cyress) 5 dagen
Felodipine (Plendil) 5 dagen
Isradipine (Lomir) 2 dagen
Lercanidipine (Lerdip) 2 dagen
Nicardipine (Cardene) 3 dagen
Nifedipine capsule 24 uur
Nifedipine tablet Retard, Oros 2 dagen
Diltiazem (Tildiem/ Surazem) 24 uur

Verapamil (Isoptin)

24 uur

 

Vitamine D Hoe lang van te voren
stoppen
Colecalciferol 1 week
Dihydrotachysterol (Dihydral) 1 week
Alfacalcidol (Etalpha) 1 week
Alfacalcidol (Etalpha) 1 week

 

Overige medicatie Hoe lang van te voren stoppen
Lugol (Jodiumdrank) 4 weken
Botregulatoren (Fosamax, Cacit) 1 week
Calciumhoudend (Calci-chew) 1 week
Calcimimetica (Cinacalcet/ Mimpara) 2 weken

Na afloop van het onderzoek mag je de medicijnen weer innemen.

Hoe verloopt het onderzoek?

Via een injectie in de arm wordt er een radioactieve stof ingespoten, die wordt opgenomen door de (bij)schildklier(en).

Voor het maken van de opnamen kom je op een onderzoekstafel te liggen waarna de zogenaamde gammacamera boven je zal hangen. De radioactieve stof zendt straling uit, die met behulp van de gammacamera gemeten kan worden. Gedurende het onderzoek is het van belang dat je stil blijft liggen. Voor de opnamen wordt het hoofd zoveel mogelijk gefixeerd zodat de beweging beperkt wordt. Er worden 3 momenten opnamen gemaakt. Bij de eerste opname worden er gedurende 30 minuten scans gemaakt van de halsregio.

Ongeveer een half uur later wordt de tweede opname van 15 minuten gemaakt, waarbij de camera om je hoofd heen draait. Een uur later volgt de laatste opname van 10 minuten.

Tussen de verschillende opnamemomenten mag je de onderzoeksruimte verlaten.

Na de laatste opname bepaalt de radioloog, naar aanleiding van de beelden of er op een andere dag ook een opname van de schildklier gemaakt moet worden. Je hebt hiervoor al een afspraak gekregen.

Voor dit vervolgonderzoek wordt dan nogmaals een radioactieve stof ingespoten. Deze stof wordt na 15 minuten opgenomen door de schildklier. Gedurende deze tijd mag je plaatsnemen in de wachtkamer, voordat de opname gemaakt wordt. Dit onderzoek duurt 30 minuten (inclusief wachttijd). Als het vervolgonderzoek niet door hoeft te gaan, wordt dit voor je geannuleerd.

Duur van het onderzoek
In totaal ben je ongeveer 3 uur op de afdeling.

De uitslag

Een radioloog beoordeelt het onderzoek en maakt hiervan een schriftelijk verslag. Je kunt bij de behandelend specialist terecht voor de uitslag.

Bijwerkingen en complicaties

De hoeveelheid radioactieve stof die je krijgt toegediend bij een nucleair onderzoek is erg klein. De hoeveelheid straling waaraan je wordt blootgesteld is vergelijkbaar met die van het maken van een röntgenopname. Je zult hiervan geen meetbaar nadelig effect ondervinden. Van de ingespoten stof merk je niets. Na enkele dagen zijn alle radioactieve stoffen uit je lichaam verdwenen. Je vormt geen stralingsgevaar voor jezelf en je omgeving gedurende de tijd dat deze stoffen in je lichaam zitten. Allergische reacties komen uiterst zelden voor, en dan alleen in lichte mate. Er bestaat een kleine kans op een bloeduitstorting door het aanprikken van een bloedvat. Deze verdwijnt na enkele dagen vanzelf.

Tot slot

Deze informatie is bedoeld om je goed te informeren over het komende onderzoek. Heb je nog vragen over de gegeven informatie of over het onderzoek, neem dan contact op met de afdeling radiologie. Met medische vragen kun je terecht bij de behandelend specialist.

Aan het begin van het onderzoek zal de laborant je nog een keer vertellen wat er gaat gebeuren. Wanneer je op dat moment nog vragen hebt, kun je deze ook aan hem/haar stellen.

Belangrijke telefoonnummers

Anna Ziekenhuis algemeen: 040 - 286 40 40
Afdeling radiologie: 040 - 286 48 32