Naar het overzicht

“Ik wist dat ik in goede handen was”

Steffi Steenbakkers weet als geen ander hoe belangrijk het is om rust uit te stralen naar je patiënten. Zelf werkt ze al jaren als verpleegkundige in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Maar ook privé heeft ze mogen ervaren hoe belangrijk kalmte kan zijn. Eind 2020 raakt Steffi zwanger van een tweeling. Omdat controles in het ziekenhuis moeten plaatsvinden, kiest ze voor het St. Anna Ziekenhuis. “Het Anna voelt voor mij vertrouwd omdat het zo kleinschalig is. Bovendien is het lekker dicht bij huis” vertelt ze. En dat komt goed uit, want in het begin gaat ze nog eens per maand, aan het eind van de zwangerschap is Steffi steeds vaker voor controle in het Anna te vinden.

Oprechte aandacht

“Iedereen was zo vriendelijk en behulpzaam” vertelt Steffi verder. “Ik was er natuurlijk kind aan huis, dan is het fijn om te merken dat medewerkers oprecht aandacht voor je hebben. Zo wisten de baliemedewerkers al snel waar ik voor kwam en maakten we regelmatig een gezellig praatje. Dat geeft vertrouwen en maakt de bezoekjes minder beladen.”

Ook met haar arts heeft Steffi een goede band. “Omdat het St. Anna Ziekenhuis een wat kleiner ziekenhuis is, zie je veel dezelfde gezichten” legt Steffi uit. “Ik had mijn afspraken over het algemeen gewoon met mijn gynaecoloog. In grotere ziekenhuizen worden die consulten vaker gedaan door coassistenten. En natuurlijk moeten ook die het vak leren, maar toch vond ik het erg prettig dat ik de arts zelf sprak. Je bouwt toch een soort van band op met elkaar.”

Goed geïnformeerd

Het is haar eerste zwangerschap en dus komt er veel op Steffi af. “De gynaecoloog vroeg naar mijn bevallingsplan. Ik had werkelijk geen idee wat ik wilde.” Ze wordt voorgelicht over de complicaties die kunnen optreden bij haar bevalling en dat helpt haar in het bepalen van haar wensen. “Ze vertelden me dat het tweede kindje wat kon gaan draaien tijdens de bevalling. Ze halen het dan handmatig en dat kan een traumatische ervaring zijn. Fijn dat dit verteld werd, want daarop besloot ik een ruggenprik op te nemen in mijn bevallingsplan.” Verdere speciale wensen heeft Steffi niet. Ze laat het op zich afkomen en vertrouwt op de adviezen van de verloskundige.

Dat een bevallingsplan niet betekent dat het ook volgens dat plan loopt, ervaart Steffi al snel. Als ze 33 weken zwanger is, begint de bevalling. Die verloopt zo vlot, dat een ruggenprik geen optie meer is. “Het werd heel duidelijk en vriendelijk aan mij uitgelegd, waardoor ik vrede had met de beslissing. Bovendien werden de kindjes allebei zonder ingrijpen van de gynaecoloog geboren en was de pijn draaglijk.”  

“Omdat zij heel rustig en ontspannen bleven, was ik dat ook.”

Steffi kijkt tevreden terug op haar bevalling. “Zo’n bevalling gun je iedereen. Het was natuurlijk spannend, want de kindjes werden te vroeg geboren. Maar het verliep allemaal erg prettig” vertelt ze. “Ik vertrouwde de mensen om me heen. Ik beviel in het weekend en mijn eigen gynaecoloog had geen dienst. Maar de verloskundige was er bij en ook bij de dienstdoend gynaecoloog had ik een heel goed gevoel. Ik wist dat ik in goede handen was. Hun rust en kalmte was oprecht, want als verpleegkundige had ik het echt wel gemerkt als dat niet zo was. Omdat zij heel rustig en ontspannen bleven, was ik dat ook.”

“Mijn gynaecoloog stond in zijn vrije tijd aan mijn bed om te vragen hoe het met me ging.” 

Steffi blijft na de bevalling nog 5 dagen in het ziekenhuis, samen met haar partner. En ook dan ervaren ze hoe vertrouwd een ziekenhuis kan voelen. “Mijn gynaecoloog was weliswaar niet bij de bevalling, maar stond een paar dagen later, nota bene in zijn vrije tijd, wel aan mijn bed om te vragen hoe het met me ging. Die betrokkenheid deed me goed. En omdat het een heel klein team is, kenden we na een paar dagen iedereen op de afdeling. Het was fijn en gezellig, ook omdat mijn partner gewoon kon blijven slapen.”

“Ondanks dat de kindjes in het ziekenhuis lagen, zaten we echt op een roze wolk.”

Steffi mag na 5 dagen naar huis, maar de tweeling blijft nog 3 weken in het ziekenhuis. “We mochten zo vaak langskomen als we wilden en kregen veel begeleiding en tips. Ondanks dat de kindjes in het ziekenhuis lagen, zaten we echt op een roze wolk. We werden nauw betrokken bij de verzorging van onze kindjes en kregen het zelf daardoor steeds beter in de vingers. Heel fijn, want alleen naar huis met twee van die kleintjes is best spannend”, legt Steffi uit.

3 weken na de geboorte, mag de tweeling mee naar huis. Steffi en haar partner zijn dolgelukkig en thuis vinden ze al snel hun draai. Ze genieten volop van hun zoon en dochter en kijken terug op een fijne periode in het Anna.