Als u trombose heeft, is er een ader in uw lichaam verstopt door een bloedstolsel. Meestal worden bloedstolsels aangemaakt op het moment dat u een wond heeft. Zo wordt voorkomen dat u te veel bloed verliest. Bij trombose wordt dit bloedstolsel (ook) aangemaakt op het moment dat u geen wondje heeft. Dit bloedstolsel, ook wel een bloedpropje genoemd, kan het bloedvat dan gedeeltelijk of helemaal afsluiten, waardoor de bloedstroom wordt belemmerd. Er zijn twee soorten trombose:
- Arteriële trombose: de trombose zit in de slagader. Als de slagader wordt afgesloten door een stolsel, kunt u een hartinfarct of een herseninfarct Deze vorm komt vaak voor bij patiënten die slagaderverkalking hebben. Slagaderverkalking houdt in dat de wand van de slagader minder elastisch is en daardoor sneller beschadigt. Witte bloedcellen willen de wand repareren, maar kunnen ook een bloedpropje vormen bij het herstel.
- Veneuze trombose: de trombose zit in de aderen. Als een ader wordt afgesloten door een stolsel, kunt u een trombosebeen of een longembolie.
Meer informatie over trombose vindt u op: www.trombosestichting.nl
Behandeling van trombose in het Anna Ziekenhuis
Als u trombose heeft kunt u, na een doorverwijzing van de arts, terecht bij de trombosedienst van het Anna Ziekenhuis. De trombosedienst onderzoekt welke medicijnen u nodig heeft en in welke hoeveelheid. Ook controleert te trombosedienst regelmatig uw bloed om te kijken of de medicijnen goed genoeg werken.